Interglot - "Gemeinschaft" translated from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Gemeinschaft:
- gemeenschap; burgers; ambachtsgilde; vereniging; gilde; vakgenootschap; club; organisatie; bond; orde; unie; geslachtsgemeenschap; verkeer; omgang; genootschap; sociëteit; broederschap; soos; societiet; link; verband; relatie; samenhang; schakel; connectie; onderling verband; verbinding; liaison; aansluiting; band; paring; verwantschap; coöperatie; samenwerkingsverband
Wiktionary:
- Gemeinschaft → gemeenschap
- Gemeinschaft → gemeenschap, samenleving

German

Detailed Translations for Gemeinschaft from German to Dutch

Gemeinschaft:

Gemeinschaft [die ~] nomen

die Gemeinschaft
de gemeenschap; de burgers
- gemeenschap [de ~ (v)] nomen
- burgers [de ~] nomen, plural
die Gemeinschaft (Handwerksgilde; Verein; Klub; Vereinigung; Korporation; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Genossenschaft; Kreis; Runde)
de ambachtsgilde; de vereniging; het gilde; vakgenootschap; de club; de organisatie; de bond; de orde; de unie
- ambachtsgilde [de ~] nomen
- vereniging [de ~ (v)] nomen
- gilde [het ~] nomen
- vakgenootschap [znw.] nomen
- club [de ~ (m)] nomen
- organisatie [de ~ (v)] nomen
- bond [de ~ (m)] nomen
- orde [de ~] nomen
- unie [de ~ (v)] nomen
die Gemeinschaft (Geslechtsverkehr; Sexualverkehr)
de geslachtsgemeenschap; het verkeer; de omgang
- geslachtsgemeenschap [de ~ (v)] nomen
- verkeer [het ~] nomen
- omgang [de ~ (m)] nomen
die Gemeinschaft (Genossenschaft; Verein; Vereinigung; Gesellschaft; Bündnis; Zusammenschluß; Bund; Korporation; Verband; Klub; Brüderschaft; Gilde; Koalition; Bruderschaft; Verbindung; Kameradschaft)
de vereniging; het genootschap; de sociëteit; de bond; de broederschap
- vereniging [de ~ (v)] nomen
- genootschap [het ~] nomen
- sociëteit [de ~ (v)] nomen
- bond [de ~ (m)] nomen
- broederschap [de ~ (v)] nomen
die Gemeinschaft (Verein; Klub; Korporation; Gesellschaft; Gruppe; Genossenschaft; Kreis; Fusion; Handwerksgilde; Geselligkeitsverein)
de soos; de vereniging; societiet; de organisatie; de bond; de unie; de club; de orde; het gilde
- soos [de ~] nomen
- vereniging [de ~ (v)] nomen
- societiet [znw.] nomen
- organisatie [de ~ (v)] nomen
- bond [de ~ (m)] nomen
- unie [de ~ (v)] nomen
- club [de ~ (m)] nomen
- orde [de ~] nomen
- gilde [het ~] nomen
die Gemeinschaft (Verband; Zusammenhang; Beziehung; Verbindung; Konnexion; Konnex; Binde; Vertrag)
de link; het verband; de relatie; de samenhang; de schakel; de connectie; onderling verband
- link [de ~] nomen
- verband [het ~] nomen
- relatie [de ~ (v)] nomen
- samenhang [de ~ (m)] nomen
- schakel [de ~] nomen
- connectie [de ~ (v)] nomen
- onderling verband [znw.] nomen
die Gemeinschaft (Verbindung; Anschluß; Beziehung; Bindung; Verband; Einheitlichkeit; Zusammenhang)
de verbinding; de relatie; de link; het verband; de samenhang; de liaison; de connectie; de aansluiting; de band
- verbinding [de ~ (v)] nomen
- relatie [de ~ (v)] nomen
- link [de ~] nomen
- verband [het ~] nomen
- samenhang [de ~ (m)] nomen
- liaison [de ~] nomen
- connectie [de ~ (v)] nomen
- aansluiting [de ~ (v)] nomen
- band [de ~ (m)] nomen
die Gemeinschaft (Paarung; Geschlechtsakt)
de paring; de gemeenschap
- paring [de ~ (v)] nomen
- gemeenschap [de ~ (v)] nomen
die Gemeinschaft (Stammverwandtschaft; Verbundenheit; Verbindung; Verband; Zusammenhang; Schicksalsverbundenheit)
de verwantschap; de relatie
- verwantschap [de ~ (v)] nomen
- relatie [de ~ (v)] nomen
die Gemeinschaft (Soziätät; Vereinigung; Zyklus)
de sociëteit; de soos
- sociëteit [de ~ (v)] nomen
- soos [de ~] nomen
die Gemeinschaft (Genossenschaft; Korporation; Bündnis; Verbindung; Bund; Vereinigung; Verein; Verband; Klub; Brüderschaft; Kameradschaft; Gilde; Bruderschaft)
de coöperatie; het samenwerkingsverband
- coöperatie [de ~ (v)] nomen
- samenwerkingsverband [het ~] nomen

Translation Matrix for Gemeinschaft:

Noun	Related Translations	Other Translations
aansluiting	Anschluß; Beziehung; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Verband; Verbindung; Zusammenhang	Anschluß; Berührung; Beziehung; Bindeglied; Kontakt; Telefonanschluß; Verbindung
ambachtsgilde	Gemeinschaft; Genossenschaft; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung	Handwerksgilde; Handwerkszunft
band	Anschluß; Beziehung; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Verband; Verbindung; Zusammenhang	Affinität; Anteil; Auflage; Auflegung; Ausgabe; Band; Bindung; Buch; Bund; Bündnis; Druck; Gebundenheit; Genossenschaft; Klebeband; Kontext; Korporation; Körperschaft; Liga; Pakt; Verband; Verbindung; Verbunden sein; Vertrag; Zusammenhang
bond	Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Kameradschaft; Klub; Koalition; Korporation; Kreis; Runde; Verband; Verbindung; Verein; Vereinigung; Zusammenschluß	Allianz; Bindung; Bund; Bündnis; Föderation; Gebundenheit; Genossenschaft; Konnexion; Korporation; Körperschaft; Liga; Pakt; Staatenbund; Union; Verband; Verbindung; Vertrag
broederschap	Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Gemeinschaft; Genossenschaft; Gesellschaft; Gilde; Kameradschaft; Klub; Koalition; Korporation; Verband; Verbindung; Verein; Vereinigung; Zusammenschluß	Gilde
burgers	Gemeinschaft	Landleute
club	Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung	Golfklub; Golfschläger; Klub
connectie	Anschluß; Beziehung; Binde; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Konnex; Konnexion; Verband; Verbindung; Vertrag; Zusammenhang	Anschluß; Berührung; Beziehung; Bindeglied; Kontakt; Verbindung
coöperatie	Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Gemeinschaft; Genossenschaft; Gilde; Kameradschaft; Klub; Korporation; Verband; Verbindung; Verein; Vereinigung	Betrieb; Firma; Genossenschaft; Gesellschaftsfirma; Mitarbeit; Mithilfe; Mitwirkung; Zusammenarbeit; Zusammenwirkung; gemeinsame Arbeit
gemeenschap	Gemeinschaft; Geschlechtsakt; Paarung
genootschap	Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Gemeinschaft; Genossenschaft; Gesellschaft; Gilde; Kameradschaft; Klub; Koalition; Korporation; Verband; Verbindung; Verein; Vereinigung; Zusammenschluß
geslachtsgemeenschap	Gemeinschaft; Geslechtsverkehr; Sexualverkehr
gilde	Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung	Fachverband
liaison	Anschluß; Beziehung; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Verband; Verbindung; Zusammenhang	Abenteuer; Affäre; Angelegenheit; Beziehung; Date; Kopplung; Liaison; Liebesabenteuer; Liebesaffäre; Liebesbeziehung; Liebesgeschichte; Liebesverhältnis; Liebschaft; Romanze; Sache; Verbindung; Verhältnis
link	Anschluß; Beziehung; Binde; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Konnex; Konnexion; Verband; Verbindung; Vertrag; Zusammenhang	Link; symbolische Verknüpfung
omgang	Gemeinschaft; Geslechtsverkehr; Sexualverkehr	Kontakt; Runde; Rundgang; Rundgänge; Rundläufe; Umgang; Umgänge; Umzüge; seine Runde machen; soziales Verhalten
onderling verband	Beziehung; Binde; Gemeinschaft; Konnex; Konnexion; Verband; Verbindung; Vertrag; Zusammenhang
orde	Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung	Anordnung; Bestimmung; Dienstordnung; Disziplin; Fügung; Gebot; Gesellschaftsschicht; Gesetz; Gleichmäßigkeit; Klasse; Ordnung; Position; Rang; Rangordnung; Regel; Regelmäßigkeit; Regelung; Reglement; Richtlinie; Satzung; Schicht; Stand; Statut; Symmetrie; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht
organisatie	Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung	Amt; Anordnung; Anstalt; Aufbau; Aufeinanderfolge; Aufstellung; Bau; Dienststelle; Einrichtung; Einteilung; Gestaltung; Instanz; Konstruktion; Ordnung; Organisation; Rangordnung; Stelle; Struktur; System; Zusammensetzung
paring	Gemeinschaft; Geschlechtsakt; Paarung
relatie	Anschluß; Beziehung; Binde; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Konnex; Konnexion; Schicksalsverbundenheit; Stammverwandtschaft; Verband; Verbindung; Verbundenheit; Vertrag; Zusammenhang	Abenteuer; Affäre; Angelegenheit; Beziehung; Kontext; Kopplung; Liaison; Liebesabenteuer; Liebesaffäre; Liebesbeziehung; Liebesgeschichte; Liebschaft; Romanze; Sache; Verband; Verbindung; Verhältnis; Zusammenhang
samenhang	Anschluß; Beziehung; Binde; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Konnex; Konnexion; Verband; Verbindung; Vertrag; Zusammenhang	Kontext; Verband; Verbindung; Zusammenhang
samenwerkingsverband	Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Gemeinschaft; Genossenschaft; Gilde; Kameradschaft; Klub; Korporation; Verband; Verbindung; Verein; Vereinigung	Zusammenarbeit; Zusammenwirken; gemeinsame Arbeit
schakel	Beziehung; Binde; Gemeinschaft; Konnex; Konnexion; Verband; Verbindung; Vertrag; Zusammenhang	Bindeglied; Glied; Kettenglied; Verbindungsglied
societiet	Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Verein
sociëteit	Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Gemeinschaft; Genossenschaft; Gesellschaft; Gilde; Kameradschaft; Klub; Koalition; Korporation; Soziätät; Verband; Verbindung; Verein; Vereinigung; Zusammenschluß; Zyklus	Einigung; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Klub; Sozietät; Verein
soos	Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Soziätät; Verein; Vereinigung; Zyklus	Einigung; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Klub; Sozietät; Verein
unie	Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung	Assoziation; Bindung; Bund; Bündnis; Einigung; Föderation; Gebundenheit; Genossenschaft; Koalition; Korporation; Körperschaft; Liga; Pakt; Staatenbund; Union; Verband; Verbindung; Vertrag; Zusammenschluß
vakgenootschap	Gemeinschaft; Genossenschaft; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung
verband	Anschluß; Beziehung; Binde; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Konnex; Konnexion; Verband; Verbindung; Vertrag; Zusammenhang	Binde; Gaze; Kontext; Verband; Verbindung; Zusammenhang
verbinding	Anschluß; Beziehung; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Verband; Verbindung; Zusammenhang	Anschluß; Berührung; Beziehung; Bindeglied; Kombination; Kontakt; Kontext; Kopplung; Verband; Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenhang; Zusammenlegung; Zusammenschluß; Zusammenschweißung
vereniging	Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Kameradschaft; Klub; Koalition; Korporation; Kreis; Runde; Verband; Verbindung; Verein; Vereinigung; Zusammenschluß	Vereinigung
verkeer	Gemeinschaft; Geslechtsverkehr; Sexualverkehr	Datenverkehr; Netzwerkdatenverkehr; öffentliche Verkehrsmittel
verwantschap	Gemeinschaft; Schicksalsverbundenheit; Stammverwandtschaft; Verband; Verbindung; Verbundenheit; Zusammenhang	Verwandtschaft
Adjective	Related Translations	Other Translations
link		abgefeimt; ausgekocht; berechnend; durchtrieben; falsch; gerissen; gewandt; gewichst; hinterhältig; hinterlistig; link; listig; raffiniert; schlau; spitzfindig; verschlagen; verschmitzt
Not Specified	Related Translations	Other Translations
band		Bereich; Inforegister

Synonyms for "Gemeinschaft":

Nähe; Seelenverwandtschaft; Verbundenheit; Vertrautheit
Gemeinde; Kirchgemeinde; Pfarrgemeinde; Anstalt; Einrichtung; Institution
Community; Netzwerk

Wiktionary Translations for Gemeinschaft:

Gemeinschaft

noun

het met één of meer andere deel hebben aan iets
- gemeenschap → Gemeinschaft
geheel van personen of zaken die tot elkaar in een bepaald opzicht in een geregelde betrekking staan
- gemeenschap → Gemeinschaft

Cross Translation:

From	To	Via
• Gemeinschaft	→ gemeenschap	↔ community — group of people sharing a common understanding
• Gemeinschaft	→ gemeenschap	↔ community — condition of having certain attitudes and interests in common
• Gemeinschaft	→ samenleving	↔ communauté — état de ce qui est commun.

Translate Gemeinschaft from German to Dutch

Detailed Translations for Gemeinschaft from German to Dutch

Gemeinschaft:

Gemeinschaft [die ~] nomen

die Gemeinschaft

die Gemeinschaft (Handwerksgilde; Verein; Klub; Vereinigung; Korporation; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Genossenschaft; Kreis; Runde)

die Gemeinschaft (Geslechtsverkehr; Sexualverkehr)

die Gemeinschaft (Genossenschaft; Verein; Vereinigung; Gesellschaft; Bündnis; Zusammenschluß; Bund; Korporation; Verband; Klub; Brüderschaft; Gilde; Koalition; Bruderschaft; Verbindung; Kameradschaft)

die Gemeinschaft (Verein; Klub; Korporation; Gesellschaft; Gruppe; Genossenschaft; Kreis; Fusion; Handwerksgilde; Geselligkeitsverein)

die Gemeinschaft (Verband; Zusammenhang; Beziehung; Verbindung; Konnexion; Konnex; Binde; Vertrag)

die Gemeinschaft (Verbindung; Anschluß; Beziehung; Bindung; Verband; Einheitlichkeit; Zusammenhang)

die Gemeinschaft (Paarung; Geschlechtsakt)

die Gemeinschaft (Stammverwandtschaft; Verbundenheit; Verbindung; Verband; Zusammenhang; Schicksalsverbundenheit)

die Gemeinschaft (Soziätät; Vereinigung; Zyklus)

die Gemeinschaft (Genossenschaft; Korporation; Bündnis; Verbindung; Bund; Vereinigung; Verein; Verband; Klub; Brüderschaft; Kameradschaft; Gilde; Bruderschaft)

Translation Matrix for Gemeinschaft:

Synonyms for "Gemeinschaft":

Wiktionary Translations for Gemeinschaft:

Related Translations for Gemeinschaft