Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate Hindern

Translate Hindern from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Hindern:
- beperken; belemmeren; beletten; weerhouden; afhouden

German

Detailed Translations for Hindern from German to Dutch

Hindern:

Hindern [das ~] nomen

Hindern (Behindern)
beperken; belemmeren
- beperken [znw.] nomen
- belemmeren [znw.] nomen
Hindern (Abhalten)
beletten; weerhouden; afhouden
- beletten [znw.] nomen
- weerhouden [znw.] nomen
- afhouden [znw.] nomen

Translation Matrix for Hindern:

Noun	Related Translations	Other Translations
afhouden	Abhalten; Hindern
belemmeren	Behindern; Hindern
beletten	Abhalten; Hindern
beperken	Behindern; Hindern
weerhouden	Abhalten; Hindern
Verb	Related Translations	Other Translations
afhouden		abhalten; abwehren; abwenden; abziehen; aufhalten; hindern; in Minderung bringen; sich wehren; wehren; zurückhalten
belemmeren		aufhalten; beeinträchtigen; behindern; belästigen; blockieren; entgegenarbeiten; entgegentreten; entgegenwirken; hemmen; hindern; stören; unterbrechen; vereiteln; verhindern
beletten		abhalten; aufhalten; beeinträchtigen; behindern; belästigen; blockieren; entgegenarbeiten; entgegentreten; entgegenwirken; hemmen; hindern; stören; unterbrechen; vereiteln; verhindern; zurückhalten
beperken		abgrenzen; absperren; abzäunen; begrenzen; beschneiden; beschränken; eindämmen; einschrumpfen; einschränken; einsäumen; herabsetzen; kürzen; limitieren; reduzieren; schrumpfen; umzäunen; vermindern
weerhouden		abhalten; aufhalten; hindern; zurückhalten

External Machine Translations: