Interglot - "Informant" translated from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Informant:
- informant; tipgever; aanbrenger; verklikker; politie-informant; rapporteur; journalist; referent; correspondent; reporter; verslaggever; berichtgever; commentator

German

Detailed Translations for Informant from German to Dutch

der Informant (Spitzel)
de informant; de tipgever
- informant [de ~ (m)] nomen
- tipgever [de ~ (m)] nomen
der Informant (Spitzel)
de aanbrenger; de verklikker; politie-informant
- aanbrenger [de ~ (m)] nomen
- verklikker [de ~ (m)] nomen
- politie-informant [znw.] nomen
der Informant (Berichterstatter; Journalist; Korrespondent; Kommentator)
de rapporteur; de journalist; de referent; de correspondent; de reporter; de verslaggever; de berichtgever; de commentator
- rapporteur [de ~ (m)] nomen
- journalist [de ~ (m)] nomen
- referent [de ~ (m)] nomen
- correspondent [de ~ (m)] nomen
- reporter [de ~ (m)] nomen
- verslaggever [de ~ (m)] nomen
- berichtgever [de ~ (m)] nomen
- commentator [de ~ (m)] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
aanbrenger	Informant; Spitzel	Werber
berichtgever	Berichterstatter; Informant; Journalist; Kommentator; Korrespondent
commentator	Berichterstatter; Informant; Journalist; Kommentator; Korrespondent
correspondent	Berichterstatter; Informant; Journalist; Kommentator; Korrespondent	Berichterstatter; Journalist; Korrespondent; Reporter
informant	Informant; Spitzel
journalist	Berichterstatter; Informant; Journalist; Kommentator; Korrespondent	Journalistin
politie-informant	Informant; Spitzel
rapporteur	Berichterstatter; Informant; Journalist; Kommentator; Korrespondent
referent	Berichterstatter; Informant; Journalist; Kommentator; Korrespondent
reporter	Berichterstatter; Informant; Journalist; Kommentator; Korrespondent	Journalistin
tipgever	Informant; Spitzel
verklikker	Informant; Spitzel	Schnüffler; Spitzel; Zuträger
verslaggever	Berichterstatter; Informant; Journalist; Kommentator; Korrespondent	Journalistin