Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Knorpel:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Knorpel from German to Dutch

Knorpel:

Knorpel [der ~] nomen

  1. der Knorpel (Gelenknorpel)
    het kraakbeen

Translation Matrix for Knorpel:

NounRelated TranslationsOther Translations
kraakbeen Gelenknorpel; Knorpel

Wiktionary Translations for Knorpel:

Knorpel
noun
  1. een speciale vorm van bindweefsel met een elastisch karakter als gevolg van eigenschappen van de extracellulaire matrix

Cross Translation:
FromToVia
Knorpel kraakbeen cartilage — dense connective tissue
Knorpel kraakbeen gristle — cartilage