Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Markenzeichen:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Markenzeichen from German to Dutch

Markenzeichen:

Markenzeichen [das ~] nomen

  1. Markenzeichen (Zeichen; Handelszeichen)
    het merk
    – naam die een fabrikant aan een produkt geeft 1
    • merk [het ~] nomen
      • welk merk koffie gebruik jij?1
    de merknaam
  2. Markenzeichen (Logo; Handelszeichen; Marke; )
    het logo
    • logo [het ~] nomen
  3. Markenzeichen (Marke; Schutzmarke)
    het beeldmerk

Translation Matrix for Markenzeichen:

NounRelated TranslationsOther Translations
beeldmerk Marke; Markenzeichen; Schutzmarke
logo Fabrikmarke; Handelszeichen; Logo; Marke; Markenzeichen; Schutzmarke; Zeichen Logo
merk Handelszeichen; Markenzeichen; Zeichen Anfertigung; Handelsmarke; Herstellung; Kennzeichen; Merkmal; Merkzeichen; Warenzeichen
merknaam Handelszeichen; Markenzeichen; Zeichen Organisationsname

Synonyms for "Markenzeichen":


Wiktionary Translations for Markenzeichen:

Markenzeichen
noun
  1. een abstract symbool van een gemeente, bedrijf, stichting e.d. of een herkenningsteken waarin een naam of afkorting op kunstzinnige wijze is verbeeld
  2. verkorting|nld verkorting van "logogram", een abstract symbool van een gemeente, bedrijf, stichting e.d. of een herkenningsteken waarin een naam of afkorting op kunstzinnige wijze is verbeeld
  3. een kenteken aangebracht ter identificatie van iets
  4. een herkenningsteken waarin een naam of afkorting van een gemeente, bedrijf, stichting e.d. op kunstzinnige wijze is verbeeld