Interglot - "Posten" translated from German to Dutch

Remove Ads

Summary

German to Dutch: more detail...

Posten:
- wacht; wachter; schildwacht; gebied; perceel; kavel; terrein; bouwterrein; gebouw; bouwwerk; pand
- op wacht staan
- activa
Wiktionary:
- Posten → ambt, baan, betrekking, werkkring, plaats, post, wachtpost, werkgelegenheid, plein, lokaliteit, oord, ruimte, zetel, lokaal, plek

German

Detailed Translations for Posten from German to Dutch

Posten:

Posten [der ~] nomen

der Posten (Wachtposten; Wache; Wachstube; Hüter; Wärter; Wächter; Ausguck; Schildwache)
de wacht; de wachter; de schildwacht
- wacht [de ~ (m)] nomen
- wachter [de ~ (m)] nomen
- schildwacht [de ~ (m)] nomen
der Posten (Kavelung; Parzelle; Grundstück; Gebiet; Fläche; Gelände; Bereich; Einsatz; Ebene; Häuser; Baustelle; Baugelände; Haus; Bauland; Gebäude; Einsätze)
het gebied; het perceel; de kavel; het terrein; het bouwterrein
- gebied [het ~] nomen
- perceel [het ~] nomen
- kavel [de ~ (m)] nomen
- terrein [het ~] nomen
- bouwterrein [het ~] nomen
der Posten (Gebäude; Haus; Pfand; Baustelle; Gebilde; Komplex; Konstruktion; Grundstück; Los; Einsatz; Baugelände; Fläche; Bau; Partie; Einsätze; Parzelle; Erbauung; Unterpfand; Aufbau; Häuser; Struktur; Errichtung; Schoß; Bauland; Teil; Gebiet)
het gebouw; het bouwwerk; het pand
- gebouw [het ~] nomen
- bouwwerk [het ~] nomen
- pand [het ~] nomen

Posten [das ~] nomen

Posten (Wache haben; Wache)
op wacht staan
- op wacht staan [znw.] nomen

Posten

Posten (Anlage; Bestand; Aktiva)
de activa
- activa [de ~] nomen

Translation Matrix for Posten:

Noun	Related Translations	Other Translations
activa	Aktiva; Anlage; Bestand; Posten	Besitz; Besitztum; Eigentum; Ersparnis; Guthaben; Habe; Kredit
bouwterrein	Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Ebene; Einsatz; Einsätze; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gelände; Grundstück; Haus; Häuser; Kavelung; Parzelle; Posten	Baugelände; Baustelle
bouwwerk	Aufbau; Bau; Baugelände; Bauland; Baustelle; Einsatz; Einsätze; Erbauung; Errichtung; Fläche; Gebiet; Gebilde; Gebäude; Grundstück; Haus; Häuser; Komplex; Konstruktion; Los; Partie; Parzelle; Pfand; Posten; Schoß; Struktur; Teil; Unterpfand
gebied	Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Ebene; Einsatz; Einsätze; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gelände; Grundstück; Haus; Häuser; Kavelung; Parzelle; Posten	Bereich; Bezirk; Erweiterung; Fläche; Gebiet; Gegend; Gelände; Landstrich; Landstriche; Navigationsort; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone
gebouw	Aufbau; Bau; Baugelände; Bauland; Baustelle; Einsatz; Einsätze; Erbauung; Errichtung; Fläche; Gebiet; Gebilde; Gebäude; Grundstück; Haus; Häuser; Komplex; Konstruktion; Los; Partie; Parzelle; Pfand; Posten; Schoß; Struktur; Teil; Unterpfand	Gebäude; Haus
kavel	Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Ebene; Einsatz; Einsätze; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gelände; Grundstück; Haus; Häuser; Kavelung; Parzelle; Posten
op wacht staan	Posten; Wache; Wache haben
pand	Aufbau; Bau; Baugelände; Bauland; Baustelle; Einsatz; Einsätze; Erbauung; Errichtung; Fläche; Gebiet; Gebilde; Gebäude; Grundstück; Haus; Häuser; Komplex; Konstruktion; Los; Partie; Parzelle; Pfand; Posten; Schoß; Struktur; Teil; Unterpfand	Bürge; Bürgschaft; Garantie; Garantieschein; Gebäude; Gewähr; Haus; Häuser; Pfand; Schoß; Sicherheit; Unterpfand
perceel	Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Ebene; Einsatz; Einsätze; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gelände; Grundstück; Haus; Häuser; Kavelung; Parzelle; Posten	Gebäude; Haus; Häuser; Parzelle; Schoß
schildwacht	Ausguck; Hüter; Posten; Schildwache; Wache; Wachstube; Wachtposten; Wächter; Wärter
terrein	Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Ebene; Einsatz; Einsätze; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gelände; Grundstück; Haus; Häuser; Kavelung; Parzelle; Posten	Bereich; Bezirk; Fläche; Gebiet; Gegend; Gelände; Grundstück; Gut; Region; Revier; Territorium; Zone
wacht	Ausguck; Hüter; Posten; Schildwache; Wache; Wachstube; Wachtposten; Wächter; Wärter	Aufseher; Portier; Wächter; Wärter
wachter	Ausguck; Hüter; Posten; Schildwache; Wache; Wachstube; Wachtposten; Wächter; Wärter	Wächter; Wärter

Synonyms for "Posten":

Gruppe; Haufen; Menge; Partie
Aufsicht; Patrouille; Sicherheitsdienst; Wachdienst; Wache; Wachmannschaft; Wachposten; Wachtposten
Arbeitsverhältnis; Beschäftigungsverhältnis; Job; Stellung

Wiktionary Translations for Posten:

Cross Translation:

From	To	Via
• Posten	→ ambt; baan; betrekking; werkkring; plaats; post; wachtpost; werkgelegenheid	↔ emploi — usage qu’on fait de quelque chose.
• Posten	→ ambt; baan; betrekking; werkkring; plaats; post; wachtpost; plein; lokaliteit; oord; ruimte; zetel; lokaal; plek	↔ place — lieu, endroit, espace qu’occuper ou que peut occuper une personne, une chose.

Translate Posten from German to Dutch

Detailed Translations for Posten from German to Dutch

Posten:

Posten [der ~] nomen

der Posten (Wachtposten; Wache; Wachstube; Hüter; Wärter; Wächter; Ausguck; Schildwache)

der Posten (Kavelung; Parzelle; Grundstück; Gebiet; Fläche; Gelände; Bereich; Einsatz; Ebene; Häuser; Baustelle; Baugelände; Haus; Bauland; Gebäude; Einsätze)

der Posten (Gebäude; Haus; Pfand; Baustelle; Gebilde; Komplex; Konstruktion; Grundstück; Los; Einsatz; Baugelände; Fläche; Bau; Partie; Einsätze; Parzelle; Erbauung; Unterpfand; Aufbau; Häuser; Struktur; Errichtung; Schoß; Bauland; Teil; Gebiet)

Posten [das ~] nomen

Posten (Wache haben; Wache)

Posten

Posten (Anlage; Bestand; Aktiva)

Translation Matrix for Posten:

Synonyms for "Posten":

Wiktionary Translations for Posten:

Related Translations for Posten