Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate Regieren

Translate Regieren from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Regieren:
- besturen; regeren
Wiktionary:
- Regieren → bestuur, bewind, heerschappij, regering, bevel, commando, overheid, gouvernement, koningschap, rijk, staat

German

Detailed Translations for Regieren from German to Dutch

Regieren:

Regieren [das ~] nomen

Regieren
het besturen; regeren
- besturen [het ~] nomen
- regeren [znw.] nomen

Translation Matrix for Regieren:

Noun	Related Translations	Other Translations
besturen	Regieren	Vorstände
regeren	Regieren
Verb	Related Translations	Other Translations
besturen		administrieren; anführen; bewirtschaften; dirigieren; führen; leiten; verwalten
regeren		befehlen; beherrschen; gebieten; herrschen; kommandieren; kontrollieren; lenken; regieren; steuern

Wiktionary Translations for Regieren:

Cross Translation:

From	To	Via
• Regieren	→ bestuur; bewind; heerschappij; regering; bevel; commando	↔ commandement — À trier
• Regieren	→ regering; overheid; gouvernement; bestuur; bewind; heerschappij	↔ gouvernement — action, charge, ou manière de gouverner, de régir, d’administrer quelque chose, en particulier dans le domaine politique.
• Regieren	→ koningschap; rijk; staat; bestuur; bewind; heerschappij; regering	↔ règne — exercice du pouvoir souverain dans un état monarchique.