Interglot - "Schmierer" translated from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Schmierer:
- koekenbakker; koekhakker; knoeier; broddelaars; knoeiers; kladders; klieders; broddelaar; klieder; kladder; kladderaar; knoeipot; morser
- knoeiers; knoeipotten; morsers

German

Detailed Translations for Schmierer from German to Dutch

der Schmierer
de koekenbakker; koekhakker; de knoeier
- koekenbakker [de ~ (m)] nomen
- koekhakker [znw.] nomen
- knoeier [de ~ (m)] nomen
der Schmierer (Sudler)
de broddelaars; de knoeiers; kladders; de klieders
- broddelaars [de ~] nomen, plural
- knoeiers [de ~] nomen, plural
- kladders [znw.] nomen
- klieders [de ~] nomen, plural
der Schmierer (Sudler)
de broddelaar; de knoeier; de klieder; kladder; de kladderaar
- broddelaar [de ~ (m)] nomen
- knoeier [de ~ (m)] nomen
- klieder [de ~ (m)] nomen
- kladder [znw.] nomen
- kladderaar [de ~ (m)] nomen
der Schmierer (Schmierfink; Schieber; Stümper; Schwindler; Sudler)
de knoeipot; morser
- knoeipot [de ~ (m)] nomen
- morser [znw.] nomen

die Schmierer
de knoeiers; de knoeipotten; morsers
- knoeiers [de ~] nomen, plural
- knoeipotten [de ~] nomen, plural
- morsers [znw.] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
broddelaar	Schmierer; Sudler
broddelaars	Schmierer; Sudler
kladder	Schmierer; Sudler
kladderaar	Schmierer; Sudler
kladders	Schmierer; Sudler	Notizblöcke
klieder	Schmierer; Sudler
klieders	Schmierer; Sudler
knoeier	Schmierer; Sudler	Kurpfuscher; Pfuscher; Quacksalber; Scharlatan; Stümper
knoeiers	Schmierer; Sudler
knoeipot	Schieber; Schmierer; Schmierfink; Schwindler; Stümper; Sudler
knoeipotten	Schmierer
koekenbakker	Schmierer	Panscher; Pfuscher; Stümper; Sudler
koekhakker	Schmierer
morser	Schieber; Schmierer; Schmierfink; Schwindler; Stümper; Sudler
morsers	Schmierer