Interglot - "Spritze" translated from German to Dutch

German

Detailed Translations for Spritze from German to Dutch

die Spritze (Injektionsnadel)
de injectienaald; de spuit
- injectienaald [de ~] nomen
- spuit [de ~] nomen
die Spritze (Injektion)
de inspuiting; de injectie; de prik; het spuitje
- inspuiting [de ~ (v)] nomen
- injectie [de ~ (v)] nomen
- prik [de ~ (m)] nomen
- spuitje [het ~] nomen
die Spritze (Injektionsspritze)
het injectiespuitje; de spuit; de injectiespuit
- injectiespuitje [het ~] nomen
- spuit [de ~] nomen
- injectiespuit [de ~] nomen
die Spritze (Pistole; Waffe; Knarre; Wehr; Flinte)
de geweer; het pistool
- geweer [de ~] nomen
- pistool [het ~] nomen
die Spritze (Brandstoff)
de brandstoffen; de motorbrandstoffen
- brandstoffen [de ~] nomen, plural
- motorbrandstoffen [de ~] nomen, plural

Noun	Related Translations	Other Translations
brandstoffen	Brandstoff; Spritze
geweer	Flinte; Knarre; Pistole; Spritze; Waffe; Wehr	Flinte; Geschütz; Gewehr; Waffe
injectie	Injektion; Spritze
injectienaald	Injektionsnadel; Spritze
injectiespuit	Injektionsspritze; Spritze
injectiespuitje	Injektionsspritze; Spritze
inspuiting	Injektion; Spritze
motorbrandstoffen	Brandstoff; Spritze
pistool	Flinte; Knarre; Pistole; Spritze; Waffe; Wehr
prik	Injektion; Spritze
spuit	Injektionsnadel; Injektionsspritze; Spritze
spuitje	Injektion; Spritze

Cross Translation:

From	To	Via
• Spritze	→ injectiespuit; spuit	↔ syringe — hypodermic syringe
• Spritze	→ injectiespuit	↔ seringue — Instrument avec lequel on injecte ou prélève des substances liquides dans le corps d’un sujet