Interglot - "Stifter" translated from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Stifter:
- oprichter; stichter; aanstichter; grondlegger; oprichtster; stamvader; grondvester

German

Detailed Translations for Stifter from German to Dutch

der Stifter (Gründer; Initiator; Urheber; Anführer; Anstifter)
de oprichter; de stichter; de aanstichter
- oprichter [de ~ (m)] nomen
- stichter [de ~ (m)] nomen
- aanstichter [de ~ (m)] nomen
der Stifter (Gründer; Initiator; Urheber)
de oprichter; de grondlegger; de stichter; de oprichtster; de stamvader; de grondvester
- oprichter [de ~ (m)] nomen
- grondlegger [de ~ (m)] nomen
- stichter [de ~ (m)] nomen
- oprichtster [de ~ (v)] nomen
- stamvader [de ~ (m)] nomen
- grondvester [de ~ (m)] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
aanstichter	Anführer; Anstifter; Gründer; Initiator; Stifter; Urheber	Anführer; Anreger; Initiator; Verursacher
grondlegger	Gründer; Initiator; Stifter; Urheber
grondvester	Gründer; Initiator; Stifter; Urheber
oprichter	Anführer; Anstifter; Gründer; Initiator; Stifter; Urheber
oprichtster	Gründer; Initiator; Stifter; Urheber
stamvader	Gründer; Initiator; Stifter; Urheber
stichter	Anführer; Anstifter; Gründer; Initiator; Stifter; Urheber