Interglot - "Würze" translated from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Würze:
- kruiden; specerijen; smaakstoffen; specerij; kruid; kruiderij; marinade; toebereiding
Wiktionary:
- Würze → kruid, smaakmaker, smaakversterker, specerij, kruiderij

German

Detailed Translations for Würze from German to Dutch

die Würze (Kräuter)
de kruiden; de specerijen; de smaakstoffen
- kruiden [de ~] nomen, plural
- specerijen [de ~] nomen, plural
- smaakstoffen [de ~] nomen, plural
die Würze (Gewürz)
de specerij; het kruid; de kruiderij
- specerij [de ~ (v)] nomen
- kruid [het ~] nomen
- kruiderij [de ~ (v)] nomen
die Würze (Marinade; Aroma; Erzeugung; Anfertigung; Vorbereitung; Verfertigung)
de marinade; de toebereiding
- marinade [de ~ (v)] nomen
- toebereiding [de ~ (v)] nomen
die Würze
de kruiderij
- kruiderij [de ~ (v)] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
kruid	Gewürz; Würze
kruiden	Kräuter; Würze	Aroma
kruiderij	Gewürz; Würze	Aroma
marinade	Anfertigung; Aroma; Erzeugung; Marinade; Verfertigung; Vorbereitung; Würze
smaakstoffen	Kräuter; Würze
specerij	Gewürz; Würze
specerijen	Kräuter; Würze
toebereiding	Anfertigung; Aroma; Erzeugung; Marinade; Verfertigung; Vorbereitung; Würze	Anfertigung; Erzeugung; Verfertigung; Vorbereitung; Zubereitung
Verb	Related Translations	Other Translations
kruiden		würzen

Aroma; aromatischer Geschmackstoff; Würzessenz; Essen; Esswaren; Lebensmittel; Nahrung; Nahrungsmittel; Viktualien
Geschmack; Geschmacksrichtung; Wohlgeschmack
Gewürz

Cross Translation:

From	To	Via
• Würze	→ kruid; smaakmaker; smaakversterker	↔ condiment — something used to enhance flavor
• Würze	→ kruid; specerij	↔ spice — plant matter used to season or flavour food
• Würze	→ kruiderij; specerij; kruid	↔ épice — Condiment aromatique