Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Wettbewerb:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Wettbewerb from German to Dutch

Wettbewerb:

Wettbewerb [der ~] nomen

  1. der Wettbewerb
    de competitie
  2. der Wettbewerb
    de concurrentie
  3. der Wettbewerb (Wettkampf; Spiel; Streit; )
    de wedstrijd; de partij; de concours; de strijd; de pot
  4. der Wettbewerb (Preisausschreiben; Preisfrage)
    de prijsvraag

Translation Matrix for Wettbewerb:

NounRelated TranslationsOther Translations
competitie Wettbewerb
concours Partie; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit
concurrentie Wettbewerb Gegnerschaft; Konkurenz; Konkurrenz; Rivalität; Wettbewerber
partij Partie; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit Bankett; Fest; Festessen; Fußball; Fußballwettkampf; Fußballwettkämpfe; Galadiner; Gruppe; Menge; Partei; Partie; Team; bestimmter Menge; festlicheMaal; politische Gruppierung; politische Partei
pot Partie; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit Bottich; Eimer; Einsatz; Faß; Geldeinlage; Kochtopf; Kübel; Lesbe; Lesbierin; Pool; Schmortopf; Schüssel; Spielgeld; Tonne; Topf; Trog; Wanne
prijsvraag Preisausschreiben; Preisfrage; Wettbewerb
strijd Partie; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit Auseinandersetzung; Balgerei; Fehde; Gefecht; Kampf; Konflikt; Krach; Krieg; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Streit; Streitigkeit; Twist; Wettkampf; Zank
wedstrijd Partie; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
partij Los

Synonyms for "Wettbewerb":


Wiktionary Translations for Wettbewerb:

Wettbewerb
noun
  1. wedijver, concurrentie

Cross Translation:
FromToVia
Wettbewerb competitie; toernooi competition — contest for a prize or award
Wettbewerb wedstrijd contest — competition
Wettbewerb concours; match; wedstrijd concoursaction de tendre vers un même but, de coopérer.