Interglot - "Zurückhaltung" translated from German to Dutch

Remove Ads

Summary

German to Dutch: more detail...

Zurückhaltung:
- terughoudendheid; gereserveerdheid; verlegenheid; bedeesdheid; timiditeit; schroom; geslotenheid; schuwheid; afstandelijkheid; koelte; koelheid; kilte; zwijgzaamheid; stilzwijgendheid

German

Detailed Translations for Zurückhaltung from German to Dutch

Zurückhaltung:

Zurückhaltung [die ~] nomen

die Zurückhaltung (Beherrschung; Verschlossenheit; Reserviertheit)
de terughoudendheid; de gereserveerdheid
- terughoudendheid [de ~ (v)] nomen
- gereserveerdheid [de ~ (v)] nomen
die Zurückhaltung (Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Scheu; Zaghaftigkeit; Scheuheit; Geniertheit)
de verlegenheid; de bedeesdheid; de timiditeit; de schroom; de geslotenheid; de schuwheid
- verlegenheid [de ~ (v)] nomen
- bedeesdheid [de ~ (v)] nomen
- timiditeit [de ~ (v)] nomen
- schroom [de ~ (m)] nomen
- geslotenheid [de ~ (v)] nomen
- schuwheid [de ~ (v)] nomen
die Zurückhaltung (Kühle)
de afstandelijkheid; de koelte; de gereserveerdheid; de koelheid; de kilte
- afstandelijkheid [de ~ (v)] nomen
- koelte [de ~ (v)] nomen
- gereserveerdheid [de ~ (v)] nomen
- koelheid [de ~ (v)] nomen
- kilte [de ~ (v)] nomen
die Zurückhaltung (Stillschweigen; Verschwiegenheit; Stille; Schweigsamkeit; Verschlossenheit)
de zwijgzaamheid; de stilzwijgendheid
- zwijgzaamheid [de ~ (v)] nomen
- stilzwijgendheid [de ~ (v)] nomen

Translation Matrix for Zurückhaltung:

Noun	Related Translations	Other Translations
afstandelijkheid	Kühle; Zurückhaltung
bedeesdheid	Geniertheit; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung
gereserveerdheid	Beherrschung; Kühle; Reserviertheit; Verschlossenheit; Zurückhaltung
geslotenheid	Geniertheit; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung
kilte	Kühle; Zurückhaltung	Frostigkeit; Kühle; Kühlheit; Ungeselligkeit
koelheid	Kühle; Zurückhaltung	Frische; Frischheit; Kälte; Kühle; Kühlheit
koelte	Kühle; Zurückhaltung	Frische; Frischheit; Kälte; Kühle; Kühlheit
schroom	Geniertheit; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung	Bangigkeit; Furcht; Geniertheit; Scham; Scheu; Schüchternheit; Verlegenheit; Zaghaftigkeit; Ängstlichkeit
schuwheid	Geniertheit; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung	Scheuheit; Schüchternheit; Schüchternkeit; Verlegenheit; Zaghaftigkeit
stilzwijgendheid	Schweigsamkeit; Stille; Stillschweigen; Verschlossenheit; Verschwiegenheit; Zurückhaltung
terughoudendheid	Beherrschung; Reserviertheit; Verschlossenheit; Zurückhaltung
timiditeit	Geniertheit; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung
verlegenheid	Geniertheit; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung	Geniertheit; Scham; Scheu; Schüchternheit; Verlegenheit; Zaghaftigkeit
zwijgzaamheid	Schweigsamkeit; Stille; Stillschweigen; Verschlossenheit; Verschwiegenheit; Zurückhaltung

Synonyms for "Zurückhaltung":

Abstinenz; Askese; Aszese; Enthaltsamkeit; Enthaltung; Entsagung; Mäßigung
Distanziertheit; Reserviertheit; Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenschaft; Einstellung; Haltung; Merkmal; Zug
Dezenz; Unaufdringlichkeit

Remove Ads

Translate Zurückhaltung from German to Dutch

Detailed Translations for Zurückhaltung from German to Dutch

Zurückhaltung:

Zurückhaltung [die ~] nomen

die Zurückhaltung (Beherrschung; Verschlossenheit; Reserviertheit)

die Zurückhaltung (Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Scheu; Zaghaftigkeit; Scheuheit; Geniertheit)

die Zurückhaltung (Kühle)

die Zurückhaltung (Stillschweigen; Verschwiegenheit; Stille; Schweigsamkeit; Verschlossenheit)

Translation Matrix for Zurückhaltung:

Synonyms for "Zurückhaltung":