Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. enthärten:


German

Detailed Translations for enthärten from German to Dutch

enthärten:

enthärten verb

  1. enthärten (einweichen; weich werden; aufweichen; erweichen)
    ontharden; verweken; zachtmaken
    • ontharden verb (onthard, onthardt, onthardde, onthardden, onthard)
    • verweken verb (verweek, verweekt, verweekte, verweekten, verweekt)
    • zachtmaken verb (maak zacht, maakt zacht, maakte zacht, maakten zacht, zacht gemaakt)

Translation Matrix for enthärten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ontharden aufweichen; einweichen; enthärten; erweichen; weich werden aufweichen; einweichen; quellen
verweken aufweichen; einweichen; enthärten; erweichen; weich werden aufweichen; einweichen; erweichen; quellen; weich werden
zachtmaken aufweichen; einweichen; enthärten; erweichen; weich werden aufweichen; einweichen; quellen