Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate weggleiten

Translate weggleiten from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

weggleiten:
- verzwakken; aftakelen; wegglijden

German

Detailed Translations for weggleiten from German to Dutch

weggleiten:

weggleiten verb

weggleiten (abschwächen; seine Kräfte lassen nach; nachlassen)
verzwakken; aftakelen; wegglijden
- verzwakken verb (verzwak, verzwakt, verzwakte, verzwakten, verzwakt)
- aftakelen verb (takel af, takelt af, takelde af, takelden af, afgetakeld)
- wegglijden verb (glijd weg, glijdt weg, gleed weg, gleden weg, weggegleden)

Translation Matrix for weggleiten:

Noun	Related Translations	Other Translations
verzwakken		Abschwächen
wegglijden		Ausgleiten
Verb	Related Translations	Other Translations
aftakelen	abschwächen; nachlassen; seine Kräfte lassen nach; weggleiten	abrutschen; einbrechen; einsacken; einsinken; einstürzen; fallen; glitschen; schrumpfen; versinken; zurückgehen
verzwakken	abschwächen; nachlassen; seine Kräfte lassen nach; weggleiten	erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden
wegglijden	abschwächen; nachlassen; seine Kräfte lassen nach; weggleiten	abrutschen; einbrechen; einsacken; einsinken; einstürzen; fallen; glitschen; schrumpfen; versinken; zurückgehen