German
Detailed Translations for wegreißen from German to Dutch
wegreißen:
-
wegreißen (abbrechen; niederreißen; verschrotten; abwracken; abreißen; aushöhlen; zerlegen; abtragen)
-
wegreißen (verwüsten; vernichten; zerstören; abbrechen; demolieren; ruinieren; erledigen; verschrotten; abreißen; niederreißen; kaputtmachen; ausschalten; zehren; liquidieren; zerlegen; abtragen; zertrümmern; verheeren; abwracken; den Hals umdrehen; verderben; fertigmachen; umstossen; einstampfen)
-
wegreißen (ausreißen; abreißen; zerreissen; zerlegen; zerreißen; zerfetzen; abtragen; zehren; entnerven; abwracken; niederreißen)
-
wegreißen (losreißen; abreißen; abbrechen)
-
wegreißen (zerreißen; zerfetzen; zerlegen; aufreißen)
-
wegreißen (wegrücken)
-
wegreißen (teilen; scheiden; zerlegen; trennen; abreißen; zerreißen; entkoppeln; abkoppeln; losreißen; loskoppeln)
scheiden; splitsen; uit elkaar halen; uiteenhalen-
uit elkaar halen verb (haal uit elkaar, haalt uit elkaar, haalde uit elkaar, haalden uit elkaar, uit elkaar gehaald)
Translation Matrix for wegreißen:
Synonyms for "wegreißen":
External Machine Translations: