Home ->Dictionaries ->German/Swedish ->Translate Heer

Translate Heer from German to Swedish

Summary

German to Swedish: more detail...

Heer:
- beväpnade styrkor; styrka; armé; marktrupper; besättning; arbetslag; stridskrafter; stridsmakt; markstridskrafter
Wiktionary:
- Heer → mängd, massa, skara, här, armé
- Heer → armé, här

German

Detailed Translations for Heer from German to Swedish

Heer:

Heer [das ~] nomen

Heer (Kriegsmacht; Armee; Landtruppen; Militär; Streitmacht; Landmacht; Heeresmacht)
beväpnade styrkor; styrka; armé
- beväpnade styrkor nomen
- styrka [-en] nomen
- armé [-en] nomen
Heer (Landmacht; Landtruppen)
armé; marktrupper
- armé [-en] nomen
- marktrupper nomen
Heer (Armee)
besättning; arbetslag
- besättning [-en] nomen
- arbetslag [-ett] nomen
Heer (Streitkräfte; Armee; Militär; Kriegsmacht; Streitmacht; Landmacht; Heeresmacht)
stridskrafter
- stridskrafter nomen
Heer (Streitmacht; Armee; Kriegsmacht; Militär; Landmacht; Heeresmacht)
stridsmakt
- stridsmakt nomen
Heer
markstridskrafter
- markstridskrafter

Translation Matrix for Heer:

Noun	Related Translations	Other Translations
arbetslag	Armee; Heer
armé	Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht	Armee; Heerschar
besättning	Armee; Heer	Angestellten; Arbeitskraft; Bemannung; Mannschaft; Personal; Truppe; Viehbestand
beväpnade styrkor	Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht
marktrupper	Heer; Landmacht; Landtruppen	Bodentruppen
stridskrafter	Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Militär; Streitkräfte; Streitmacht
stridsmakt	Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Militär; Streitmacht
styrka	Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht	Arbeitsgruppe; Arbeitskraft; Dynamik; Gedrungenheit; Geschwindigkeit; Gruppe; Kraft; Macht; Muskelkraft; Muskelkräfte; Schnellheit; Stämmigkeit; Stärke; Tatkraft; Vermögen
Other	Related Translations	Other Translations
markstridskrafter	Heer

Synonyms for "Heer":

Flut; Masse; Menge; Schwarm; Unzahl; Vielzahl; Bündelung; Clusterung; Gruppierung
Armee; Militär; Streitkräfte; Truppe; Wehr; Anstalt; Behörde; Einrichtung; Institut; Institution; Organisation; Unternehmen
Anhäufung; Anzahl; Armee; Ballung; Batzen; Fülle; Haufen; Latte; Legion; Reihe; Schar; Schwall; Schwung; Serie; Unmasse; Unmaß; Unmenge; Vielheit; Übermaß

Wiktionary Translations for Heer:

Heer

noun

übertragen: große Anzahl, Menge
- Heer → mängd; massa; skara
Gesamtheit der Streitkräfte eines Staates
- Heer → här; armé
Gesamtheit der Landstreitkräfte eines Staates
- Heer → här; armé

Cross Translation:

From	To	Via
• Heer	→ armé; här	↔ army — military force concerned mainly with ground operations
• Heer	→ armé; här	↔ armée — ensemble structuré de soldats