Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Translate malice

Translate malice from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

malice:
- kwaadaardigheid; slechtheid; kwaadwilligheid; boosaardigheid; gemeenheid; sarcasme; hatelijkheid; hatelijke opmerking; stekeligheid
Wiktionary:
- malice → kwaadaardigheid, boosheid

English

Detailed Translations for malice from English to Dutch

malice:

malice [the ~] nomen

the malice (nastiness; spite)
de kwaadaardigheid; de slechtheid; de kwaadwilligheid; de boosaardigheid; de gemeenheid
- kwaadaardigheid [de ~ (v)] nomen
- slechtheid [de ~ (v)] nomen
- kwaadwilligheid [de ~ (v)] nomen
- boosaardigheid [de ~ (v)] nomen
- gemeenheid [de ~ (v)] nomen
the malice (sarcasm; acrimony; maliciousness; scornful tone; spitefulness; spiteful remark; scorn)
het sarcasme; de hatelijkheid; hatelijke opmerking; de stekeligheid
- sarcasme [het ~] nomen
- hatelijkheid [de ~ (v)] nomen
- hatelijke opmerking [znw.] nomen
- stekeligheid [de ~ (v)] nomen

Translation Matrix for malice:

Noun	Related Translations	Other Translations
boosaardigheid	malice; nastiness; spite
gemeenheid	malice; nastiness; spite	crookedness; meanness; nastiness; wickedness
hatelijke opmerking	acrimony; malice; maliciousness; sarcasm; scorn; scornful tone; spiteful remark; spitefulness
hatelijkheid	acrimony; malice; maliciousness; sarcasm; scorn; scornful tone; spiteful remark; spitefulness
kwaadaardigheid	malice; nastiness; spite
kwaadwilligheid	malice; nastiness; spite
sarcasme	acrimony; malice; maliciousness; sarcasm; scorn; scornful tone; spiteful remark; spitefulness	derision; irony; jeers; joking; mock; mockery; mocking; obloquy; poke fun at; scoffing; scorn; sneering; sneers; taunts; travesty
slechtheid	malice; nastiness; spite	badness; meanness; wickedness
stekeligheid	acrimony; malice; maliciousness; sarcasm; scorn; scornful tone; spiteful remark; spitefulness
-	malevolence; malevolency; maliciousness; spite; spitefulness; venom
Other	Related Translations	Other Translations
-	sarcasm

Synonyms for "malice":

maliciousness; spite; spitefulness; venom; malevolence; malignity
malevolence; malevolency; evil; evilness

Related Definitions for "malice":

the quality of threatening evil¹
feeling a need to see others suffer¹

Wiktionary Translations for malice:

malice

noun

intention to harm
- malice → kwaadaardigheid

malice

noun

de hoedanigheid van het kwaadaardig zijn
- boosheid → malevolence; malice; wickedness
het innerlijk slecht zijn
- kwaadaardigheid → malice

External Machine Translations:

Related Translations for malice

bear malice

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University