Detailed Translations for upchuck from English to Dutch
upchuck:
-
overgeven;
kotsen;
spugen;
spuwen;
braken;
uitbraken
-
overgeven
verb
(geef over, geeft over, gaf over, gaven over, overgegeven)
-
kotsen
verb
(kots, kotst, kotste, kotsten, gekotst)
-
spugen
verb
(spuug, spuugt, spuugde, spuugden, gespuugd)
-
spuwen
verb
(spuw, spuwt, spuwde, spuwden, gespuwd)
-
braken
verb
(braak, braakt, braakde, braakden, gebraakt)
-
uitbraken
verb
(braak uit, braakt uit, braakte uit, braakten uit, uitgebraakt)
Translation Matrix for upchuck:
Related Words for "upchuck":
Synonyms for "upchuck":
Antonyms for "upchuck":
Wiktionary Translations for upchuck:
External Machine Translations: