Summary
English to Dutch: more detail...
-
alight:
-
Wiktionary:
alight → resulteren, uitkomen, volgen, voortkomen, voortspruiten, voortvloeien, belenden, grenzen aan, besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren, uitgaan, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden, bereiken, behalen, inhalen, reiken tot, leiden tot, uitdraaien op, uitlopen op, dalen, landen, neerstrijken, klimmen, naar boven gaan, rijzen, stijgen, bestijgen, afdalen, naar beneden gaan, zinken -
Synonyms for "alight":
ablaze; afire; aflame; aflare; blazing; burning; flaming; on fire; lighted; lit
light; perch; land; set down
climb down; descend; fall; go down; come down
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for alight from English to Dutch
alight:
Translation Matrix for alight:
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| - | climb down; light; perch | |
| Adjective | Related Translations | Other Translations |
| - | ablaze; afire; aflame; aflare; on fire |
Synonyms for "alight":
Related Definitions for "alight":
Wiktionary Translations for alight:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • alight | → resulteren; uitkomen; volgen; voortkomen; voortspruiten; voortvloeien; belenden; grenzen aan; besturen; brengen; leiden; geleiden; voeren; uitgaan; uitlopen; uitstappen; uitstijgen; uittreden; bereiken; behalen; inhalen; reiken tot; leiden tot; uitdraaien op; uitlopen op | ↔ aboutir — toucher par un bout. |
| • alight | → dalen; landen; neerstrijken | ↔ atterrir — Arriver au voisinage de la terre (Sens général) |
| • alight | → klimmen; naar boven gaan; rijzen; stijgen; bestijgen; afdalen; naar beneden gaan; zinken; uitstappen; uitgaan; uitkomen; uitlopen; uitstijgen; uittreden | ↔ descendre — Traductions à trier suivant le sens. |