English
Detailed Translations for biting louse from English to Dutch
biting louse: (*Using Word and Sentence Splitter)
- bite: hap; snap; in een hap en een snap; happen; toehappen; toebijten; dichtbijten; toesnauwen; snerpen; aanbijten; knauw; mondvol
- biting: bijten; gemeen; scherp; fel; doordringend; bijtend; slim; gevat; uitgeslapen; scherpzinnig; schrander; inwerkend; snedig; invretend; inbijtend; bijtende
- louse: luis; hoofdluis; klier; kreng; schurk; smeerlap; schoft; stuk ongeluk; mispunt; ellendeling; kaffer; rotvent; snertvent
biting louse:
Translation Matrix for biting louse:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | bird louse; louse |