English
Detailed Translations for call out from English to Dutch
call out: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Call: Nummer kiezen
- call: noemen; vernoemen; een naam geven; bellen; aanbellen; opbellen; telefoontje plegen; iemand opbellen; roepen; benoemen; bestempelen; betitelen; aanroepen; praaien; luiden; telefoontje; bonzen; belletje; telefonisch bericht; erbij halen; oproeping; convocatie; erbij roepen; bijeenroepen; lokroep; samenroepen; convoceren; loktoon; oproep; afkondigen; verordenen; geluidssignaal; decreteren; ordonneren; geluidssein; verordineren
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
call-out:
Synonyms for "call-out":
Related Definitions for "call-out":
call out:
Translation Matrix for call out:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | cry; cry out; exclaim; outcry; shout | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | summon to arms |
Synonyms for "call out":
Related Definitions for "call out":
External Machine Translations: