English
Detailed Translations for chip shot from English to Dutch
chip shot: (*Using Word and Sentence Splitter)
- chip: fiche; chip; spaan; houtkrul; houtspaander; hakken; spaander; fijnhakken; kleinhakken
- shoot: schieten; vuren; afvuren; afschieten; schoten lossen; filmen; verfilmen; spruit; scheut; loot; stekje; schoot; stek; plantestekje; jonge plant; neerschieten; schieten op; jacht; jachtpartij; wildjacht; jaagpartij; takje; twijg; afknallen
- shot: kans; risico; gok; waagstuk; risicovolle onderneming; gewaagde onderneming; doodgeschoten; geëxecuteerd; scheutje
chip shot:
Translation Matrix for chip shot:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | chip |