Summary
English to Dutch: more detail...
-
crossway:
The word crossway exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "crossway":
intersection; crossroad; crossing; carrefour; junction
-
Synonyms for "crossway":
English
Detailed Translations for crossway from English to Dutch
crossway: (*Using Word and Sentence Splitter)
- cross: overschrijden; kruis; gebaar na gebed; kruisvorm; boos; kwaad; giftig; nijdig; verbolgen; gebelgd; vertoornd; tegenwerken; dwarsbomen; dwarsliggen; kruisje; teleurstellen; tegenvallen; afvallen; benadelen; ontgoochelen; frustreren; duperen; laten zakken; kruisbeeld; crucifix; oversteken; narrig
- way: manier; procedure; wijze; methode; wijs; handelwijze; trant; afstand; traject; route; pad; ronde; etappe; tournee; baanvak; weg; baan; straat; straatweg
crossway:
Translation Matrix for crossway:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | carrefour; crossing; crossroad; intersection |