Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. drink up:


English

Detailed Translations for drink up from English to Dutch

drink up:

drink up verb

  1. drink up (empty; drink; finish)
    leegmaken; opdrinken; ledigen; uitdrinken; leegdrinken
    • leegmaken verb (maak leeg, maakt leeg, maakte leeg, maakten leeg, leeggemaakt)
    • opdrinken verb (drink op, drinkt op, dronk op, dronken op, opgedronken)
    • ledigen verb (ledig, ledigt, ledigde, ledigden, geledigd)
    • uitdrinken verb (drink uit, drinkt uit, dronk uit, dronken uit, uitgedronken)
    • leegdrinken verb (drink leeg, drinkt leeg, dronk leeg, dronken leeg, leeggedronken)

Translation Matrix for drink up:

NounRelated TranslationsOther Translations
leegmaken draining; emptying
VerbRelated TranslationsOther Translations
ledigen drink; drink up; empty; finish clean out; clear; clear out; drain; empty; finish; make empty; pour out; remove; remove what is inside; take out
leegdrinken drink; drink up; empty; finish
leegmaken drink; drink up; empty; finish clean out; clear; clear out; drain; empty; finish; make empty; pour out; remove; remove what is inside; take out
opdrinken drink; drink up; empty; finish
uitdrinken drink; drink up; empty; finish
- drain the cup

Synonyms for "drink up":


Related Definitions for "drink up":

  1. drink to the last drop1
    • drink up--there's more wine coming1

Related Translations for drink up