Summary
English to Dutch: more detail...
-
fight off:
The word fight off exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "fight off":
repel; repulse; rebuff; drive back; fight; oppose; fight back; fight down; defend
-
Synonyms for "fight off":
English
Detailed Translations for fight off from English to Dutch
fight off: (*Using Word and Sentence Splitter)
- fight: vechten; kampen; matten; knokken; duelleren; bakkeleien; strijd voeren; gevecht; vechtpartij; handgemeen; knokpartij; matpartij; kloppartij; bestrijden; bevechten; bekampen; strijden; de strijd aanbinden; stoeipartij; gestoei; stoeierij; geravot; gedonderjaag
- off: uit; weg; vanaf deze plaats; klaar; gedaan; af; gereed; beëindigd; volbracht; fout; verkeerd; mis; foutief; ernaast; onjuist; ten onrechte; onwaar; eraf; ervandoor; ervantussen
fight off:
Translation Matrix for fight off:
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| - | drive back; rebuff; repel; repulse |