Summary
English to Dutch: more detail...
-
freak out:
-
Wiktionary:
freak out → doordraaien
freak out → over zijn toeren raken -
Synonyms for "freak out":
disorientation; delusion; hallucination
freak; gross out; panic
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for freak out from English to Dutch
freak out: (*Using Word and Sentence Splitter)
- freak: bijzonder; apart; vreemd; typisch; ongewoon; bizar; merkwaardig; eigenaardig; excentriek; curieus; zonderling; buitenissig; onvoorspelbaar; grillig; wispelturig; onberekenbaar; nukkig; freak; maniak; scherpslijper; fanaat; fanatiekeling; fanaticus; ijveraar; zeloot
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
freak out:
Translation Matrix for freak out:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | disorientation | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | freak; gross out |
Synonyms for "freak out":
Related Definitions for "freak out":
Wiktionary Translations for freak out:
freak out
Cross Translation:
verb
-
react with anger or fear
- freak out → doordraaien
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• freak out | → over zijn toeren raken | ↔ durchdrehen — (intransitiv), bei Personen: die Beherrschung verlieren |