English
Detailed Translations for loss leader from English to Dutch
loss leader: (*Using Word and Sentence Splitter)
- loss: schade; verlies; afbreuk; nadeel; het verliezen; verliezen; beschadiging; schadepost; verliespost; tekort
- lead: begeleiden; leiden; voeren; meevoeren; besturen; leiding geven; aanvoeren; voorzitten; managen; lood; voorsprong; tip; wenk; vingerwijzing; vingerwenk; geleiding; elektrische geleiding; leiding; voorgaan; aanvoering; spoor; aanwijzing; aanknopingspunt; in goede banen leiden; loden; van loodglazuur voorzien; plombe; naaiplombe; potentiële klant; sales lead
- leader: hoofd; leider; aanvoerder; hoofdman; begeleider; gids; loods; leidsman; voorzitter; manager; bestuurder; kopstuk; pees; zeen; meerdere; baas; patroon; meester; superieur; groepsleider; chef; voorman; werkbaas; opperhoofd; stamhoofd; hoofdleider; kopman; lijstaanvoerder; opvulteken
loss leader:
Translation Matrix for loss leader:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | drawing card; leader | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | bait |