Summary
English
Detailed Translations for manlike from English to Dutch
manlike: (*Using Word and Sentence Splitter)
- man: man; gast; kerel; vent; gozer; knul; knakker; manspersoon; persoon; iemand; mens; wezen; individu; mensenkind; bemannen; goser; schijf; butler; kamerbediende; damschijf; kamerdienaar; herenknecht
- like: naar; zoals; houden van; lusten; lekker vinden; genieten; amuseren; genot hebben van; dergelijke; dergelijk; zo'n; zodanig; zulke; zoiets; dusdanig; zo een; zulk; bevallen; prettig vinden; conveniëren; zowel als; aanstaan; believen; goeddunken; in overeenstemming met; net zo; evenzo
manlike:
Translation Matrix for manlike:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | anthropoid; male; manful; manly; virile |