English
Detailed Translations for news show from English to Dutch
news show: (*Using Word and Sentence Splitter)
- news: nieuws; journaal; bericht; tijding; televisiejournaal; blad; tijdschrift; periodiek; magazine; weekblad; maandblad; tijdspiegel; nieuwsbericht
- show: tonen; tentoonstellen; uitstallen; etaleren; presenteren; laten zien; laten blijken; getuigen van; voorstelling; show; performance; happening; vertonen; exposeren; demonstratie; aangeven; aanduiden; indiceren; iets aanwijzen; wijzen; tentoonstelling; attenderen; expositie; parade; vertoning; opvoering; staatsie; tevoorschijn brengen; openbaren; zich uiten; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; voordedaghalen; uiterlijk vertoon; wijzen naar; uitstalling; toneelavond; tevoorschijn halen; te voorschijn halen; voor de dag halen
news show:
Translation Matrix for news show:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | news; news program |