English
Detailed Translations for perfect tense from English to Dutch
perfect tense: (*Using Word and Sentence Splitter)
- perfect: ideaal; volmaakt; uitstekend; patent; uitmuntend; voortreffelijk; perfect; prima; hoogwaardig; van goede kwaliteit; totaal; helemaal; grondig; degelijk; diepgaand; volkomen; diepgravend; niet oppervlakkig; briljant; excellent; uitgelezen; subliem; uitgezocht; puik; superbe; uitnemend; afmaken; voltooien; vervolledigen; completeren; perfectioneren; vervolmaken; volledig maken; perfekt; foutloos; bijschaven; correct; keurig; onberispelijk; onbesproken; top; gaaf; eersteklas; onaangetast; eersterangs; puntgaaf; tot de beste klasse behorend; volleerd
- tense: gespannen; opgejaagd; gestressd; spannende; zinderende
perfect tense:
Translation Matrix for perfect tense:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | perfect; perfective; perfective tense |