English
Detailed Translations for rearwards from English to Dutch
rearwards: (*Using Word and Sentence Splitter)
- rear: vormen; opvoeden; grootbrengen; kont; billen; achterwerk; achterste; zitvlak; bibs; zitwerk; kweken; fokken; opfokken; aankweken; doen voorttelen
- wards: leerlingen; scholieren; pupillen; studenten; zalen; zalencomplex
- ward: buurt; centrum; wijk; plein; woonwijk; buitenwijk; stadsdeel; stadswijk; stadskwartier; handelswijk; afdeling; tak; departement; sectie; detachement; pupil; beschermeling; protégé; jonge leerling
rearwards:
Translation Matrix for rearwards:
Adverb | Related Translations | Other Translations |
- | back; backward; backwards; rearward |
Synonyms for "rearwards":
Antonyms for "rearwards":
Related Definitions for "rearwards":
External Machine Translations: