Summary
English to Dutch: more detail...
- responsible:
-
Wiktionary:
- responsible → verantwoordelijk, aansprakelijk, responsabel, betrouwbaar, degelijk
- responsible → verantwoordelijk
- responsible → aansprakelijk, verantwoordelijk, zijn, voor, overeenkomstig, overeenkomend, congruent, safe, veilig, zeker, goedaardig, ongevaarlijk, behouden, geborgen, betrouwbaar, vertrouwd, bona fide, gewis, stellig, vast, vaststaand, verzekerd, wis
English
Detailed Translations for responsible from English to Dutch
responsible:
-
responsible (liable; answerable)
-
responsible (accountable; compos mentis; answerable)
Translation Matrix for responsible:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
aansprakelijk | answerable; liable; responsible | |
gehouden | answerable; liable; responsible | |
toerekeningsvatbaar | accountable; answerable; compos mentis; responsible | |
verantwoordelijk | accountable; answerable; compos mentis; liable; responsible | |
- | creditworthy; responsible for | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | accountable; conscious of one's responsibility |
Synonyms for "responsible":
Antonyms for "responsible":
Related Definitions for "responsible":
Wiktionary Translations for responsible:
responsible
Cross Translation:
adjective
responsible
-
answerable for an act performed or for its consequences
- responsible → verantwoordelijk; aansprakelijk
-
able to answer reasonably for one's conduct
- responsible → verantwoordelijk
-
involving a degree of personal accountability
- responsible → verantwoordelijk; responsabel
-
being a primary cause or agent of some event or action
- responsible → verantwoordelijk
-
able to be trusted
- responsible → betrouwbaar; degelijk
adjective
-
verantwoordelijk, om vergoeding of betaling aangesproken kunnen worden
-
iets met extra verplichtingen of moeilijkheden om het goed te laten lopen
-
de verantwoordelijkheid hebbend
-
er op aangesproken kunnen worden als het niet goed gaat
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• responsible | → aansprakelijk; verantwoordelijk | ↔ verantwortlich — eine Verantwortung für etwas habend, für etwas zuständig seiend |
• responsible | → aansprakelijk; zijn; voor; verantwoordelijk | ↔ verantwortlich zeichnen — Amtssprache, verantwortlich zeichnen für etwas: die übertragene Verantwortung ausübend seine Unterschrift unter etwas setzen |
• responsible | → overeenkomstig; overeenkomend; aansprakelijk; verantwoordelijk; congruent | ↔ correspondant — Qui correspondre à quelque chose. |
• responsible | → safe; veilig; zeker; goedaardig; ongevaarlijk; behouden; geborgen; betrouwbaar; vertrouwd; bona fide; gewis; stellig; vast; vaststaand; verzekerd; wis | ↔ sûr — dont on ne douter pas ; certain ; indubitable ; vrai. |
External Machine Translations: