English
Detailed Translations for roleplay from English to Dutch
roleplay: (*Using Word and Sentence Splitter)
- role: rol; personageuitbeelding; functie; beveiligingsrol
- play: spelen; doen alsof; toneelspelen; zich aanstellen; marge; speling; speelruimte; stuk; drama; toneelstuk; schouwspel; spel; wedstrijd; partij; pot; strijd; concours; bespelen; potje; gespeel; kinderspel; partijtje; wedstrijdje; stoeien; dollen; ravotten; zich uitleven; wild spelen; wild rennen; afspelen; capriool
- Play: Afspelen
roleplay:
Translation Matrix for roleplay:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | act; play; playact |