English
Detailed Translations for run across from English to Dutch
run across: (*Using Word and Sentence Splitter)
- run: rennen; hardlopen; lopen; stromen; loop; hardloopwedstrijd; beheren; besturen; administreren; aanval; offensief; run; bestorming; stormloop; attaque; stormaanval; racen; hollen; sprinten; pezen; draven; hard rennen; gaan; zich begeven; vloeien; in stralen lopen; vervagen; vervloeien; in elkaar overlopen; ladder; stormlopen; runs; ladder in kous; ladderen; gutsen; gulpen; in stromen neerstorten
- across: dwars; kruiselings; overdwars; tegenoverliggend; tegenovergelegen
run across:
Translation Matrix for run across:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | come across; encounter; meet; run into; see | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | discover; meet with |
Synonyms for "run across":
Related Definitions for "run across":
Wiktionary Translations for run across:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• run across | → halen; inslaan; raken; teisteren; treffen; bereiken; behalen; inhalen; reiken tot | ↔ atteindre — toucher de loin au moyen d’un projectile. |
• run across | → slaan; halen; inslaan; raken; teisteren; treffen; klappen; kloppen; opvallen; houwen; meppen | ↔ frapper — A TRIER |
• run across | → halen; inslaan; raken; teisteren; treffen; doorkomen; klaarspelen; slagen; slagen voor; bereiken; behalen; inhalen; reiken tot | ↔ parvenir — Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général) |
External Machine Translations: