English
Detailed Translations for come to grips from English to Dutch
come to grips: (*Using Word and Sentence Splitter)
- come: klaarkomen; ejaculeren; uitkomen op; eindigen op; komen
- to: tot; totdat; tot bij; aan; naar; toe; naar toe; bij; erbij; erop; ergens naartoe; tot aan; ertoe; ten; ten strijde; te; ernaar; tot en met; t/m
- grip: handel; handvat; greep; hendel; handgreep; beugel; hengsel; draagbeugel; klemmen; knellen; omklemmen; pakken; vangen; grijpen; vatten; klauwen; verstrikken; pikken; vastpakken; jatten; vastklampen; graaien; grissen; wegkapen; aanklampen; beetpakken; snaaien; beetgrijpen
come to grips:
Translation Matrix for come to grips:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | get to grips |
Synonyms for "come to grips":
Related Definitions for "come to grips":
Wiktionary Translations for come to grips:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• come to grips | → aankunnen; iets de baas worden | ↔ dingfest — nur im adverbialen Gebrauch von: etwas dingfest machen: eine Sache in den Griff bekommen, unter Kontrolle bringen, zum Ziel führen |