English
Detailed Translations for journey back from English to Dutch
journey back: (*Using Word and Sentence Splitter)
- journey: reis; tocht; rit; expeditie; mars; toer; trektocht; weg; baan; afstand; traject; route; pad; ronde; etappe; tournee; baanvak; gang; uitstapje; excursie; dagreis; trip; rondreis; tour; rondrit; tochtje; uitje; toertje
- Back: Terug
- back: rug; leuning; rugleuning; rugzijde; terug; achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; achterkant; achterzijde; opkomen voor; weder; weerom; weer; opnieuw; nogmaals; wederom; back; andermaal; achterspeler; helpen; ondersteunen; bijstaan; assisteren; bijspringen; weldoen; seconderen; vroeger; voorheen; eertijds; voormaals; financieren
Wiktionary Translations for journey back:
journey back
noun
-
de tocht terug naar een eerder beginpunt