English
Detailed Translations for move across from English to Dutch
move across: (*Using Word and Sentence Splitter)
- move: verhuizen; verzetten; vervoeren; roeren; verschikken; disloqueren; verplaatsen; verrijden; bewegen; beroeren; in beweging brengen; gaan; zich begeven; zich verplaatsen; lopen; stappen; zich voortbewegen; verschuiven; voor zich uitschuiven; schuivend verplaatsen; zet; schaakstukverplaatsing; raken; treffen; ontroeren; overplaatsen; standplaats veranderen; verleggen; iets verplaatsen; aangrijpen; manoeuvre; schijngevecht; spiegelgevecht; schijnkamp; sciamachie; zich bewegen; vertillen
- across: dwars; kruiselings; overdwars; tegenoverliggend; tegenovergelegen
Wiktionary Translations for move across:
move across
verb
-
eroverheen gaan