English
Detailed Translations for noontime from English to Dutch
noontime: (*Using Word and Sentence Splitter)
- noon: middag; namiddag
- time: tijd; keer; maal; periode; termijn; tijdsduur; tijdsbestek; klokken; timen; de tijd opnemen; tijdruimte
Spelling Suggestions for: noontime
Wiktionary Translations for noontime:
External Machine Translations: