English
Detailed Translations for give pain to from English to Dutch
give pain to: (*Using Word and Sentence Splitter)
- give: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; reiken; aanbieden; verstrekken; verlenen; declareren; toewijzen; toekennen; gunnen; toebedelen; iets toekennen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; bestellen; brengen; bezorgen; afleveren; rondbrengen; thuisbezorgen
- pain: pijn; leed; zeer; nood; grief; kwelling; verschrikking; agonie; torment
- to: tot; totdat; tot bij; aan; naar; toe; naar toe; bij; erbij; erop; ergens naartoe; tot aan; ertoe; ten; ten strijde; te; ernaar; tot en met; t/m
Wiktionary Translations for give pain to:
give pain to
verb
-
pijnigen
- grieven → abuse; afflict; annoy; cause pain; cause pain to; distress; give pain to; grieve; vex; worry