Summary
English to Dutch: more detail...
-
tie a knot in:
-
Wiktionary:
tie a knot in → knopen, samenknopen
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for tie a knot in from English to Dutch
tie a knot in: (*Using Word and Sentence Splitter)
- tie: stropdas; binden; vastmaken; knopen; vastbinden; knevelen; sjaal; das; shawl; halsdoek; vastknopen; aan elkaar binden; aan elkaar knopen; strikken; rijgen; dichtsnoeren; dichtrijgen; in de val laten lopen; vastsjorren; handenbinder; handenbindertje; vastleggen; verbinden; samenbinden; vastketenen; vastkluisteren; aaneenbinden
- A: EVERYONE; A
- a: een; eentje
- knot: strik; schuifknoop; bevestigen; verbinden; knopen; aan elkaar knopen; vlecht; kluwen; wrong; knotje; knoet; knoedel; haarknot; knoedeltje; strikken; vastknopen; aan elkaar binden; knot; streng garen
- in: te; in; bij; erbij; erop; aan; ten; ten tijde van; tussenbeide
Wiktionary Translations for tie a knot in:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tie a knot in | → knopen; samenknopen | ↔ verknoten — (transitiv) durch einen Knoten verbinden, anbinden |
External Machine Translations:
Related Translations for tie a knot in
Dutch
Detailed Translations for tie a knot in from Dutch to English
tie a knot in: (*Using Word and Sentence Splitter)
External Machine Translations: