Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Search: commune

English and Dutch Search Results for: commune

Summary

English to Dutch: more detail...

commune:
- commune; leefgemeenschap; woongemeenschap; woongroep; wooneenheid; leefeenheid
Wiktionary:
- commune → gemeenschap, gemeente, communiceren, ter communie gaan

Dutch to English: more detail...

commune:
- municipality; commune; community
Wiktionary:
- commune → community

English

Detailed Translations for commune from English to Dutch

commune:

commune [the ~] nomen

the commune (municipality; community)
de commune; de leefgemeenschap; de woongemeenschap; de woongroep
- commune [de ~ (m)] nomen
- leefgemeenschap [de ~ (v)] nomen
- woongemeenschap [de ~ (v)] nomen
- woongroep [de ~] nomen
the commune (community)
de wooneenheid; de leefeenheid
- wooneenheid [de ~ (v)] nomen
- leefeenheid [de ~ (v)] nomen

Translation Matrix for commune:

Noun	Related Translations	Other Translations
commune	commune; community; municipality
leefeenheid	commune; community
leefgemeenschap	commune; community; municipality	borough; circle; community
wooneenheid	commune; community
woongemeenschap	commune; community; municipality	borough; circle; community
woongroep	commune; community; municipality
Verb	Related Translations	Other Translations
-	communicate

Related Words for "commune":

communes, communion

Synonyms for "commune":

administrative district; administrative division; territorial division
gathering; assemblage
communicate; intercommunicate
communicate; covenant

Related Definitions for "commune":

a body of people or families living together and sharing everything¹
the smallest administrative district of several European countries¹
communicate intimately with; be in a state of heightened, intimate receptivity¹
- He seemed to commune with nature¹
receive Communion, in the Catholic church¹

Wiktionary Translations for commune:

Cross Translation:

From	To	Via
• commune	→ gemeenschap; gemeente	↔ commune — division du territoire français (ou d'autres pays, notamment francophones) administrer par un maire et un conseil municipal.
• commune	→ communiceren; ter communie gaan	↔ communier — (religion) recevoir le sacrement de l’Eucharistie.

External Machine Translations:

Related Translations for commune

border commune

Dutch

Detailed Translations for commune from Dutch to English

commune:

commune [de ~ (m)] nomen

de commune (woongemeenschap; leefgemeenschap; woongroep)
the municipality; the commune; the community
- municipality [the ~] nomen
- commune [the ~] nomen
- community [the ~] nomen

Translation Matrix for commune:

Noun	Related Translations	Other Translations
commune	commune; leefgemeenschap; woongemeenschap; woongroep	leefeenheid; wooneenheid
community	commune; leefgemeenschap; woongemeenschap; woongroep	burgers; community; gemeenschap; gemeenschappelijkheid; gemeente; leefeenheid; leefgemeenschap; maatschappij; overeenkomst; samenleving; wooneenheid; woongemeenschap
municipality	commune; leefgemeenschap; woongemeenschap; woongroep	gemeente; gemeenteraad; stadsbestuur; stadsraad; stadsregering; werkgemeenschap

Related Words for "commune":

communes

Wiktionary Translations for commune:

commune

noun

commune or residential/religious collective
- community → commune; gemeenschap

External Machine Translations:

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University