Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Search: front door

English and Dutch Search Results for: front door

Summary

English to Dutch: more detail...

front door:
- voordeur; vooringang; buitendeur; straatdeur; huisdeur
Wiktionary:
- front door → voordeur

English

Detailed Translations for front door from English to Dutch

front door:

front door [the ~] nomen

the front door (front entrance; street-door)
de voordeur; de vooringang
- voordeur [de ~] nomen
- vooringang [de ~ (m)] nomen
the front door (street door)
de buitendeur; de straatdeur
- buitendeur [de ~] nomen
- straatdeur [de ~] nomen
the front door (street door)
de huisdeur
- huisdeur [de ~] nomen

Translation Matrix for front door:

Noun	Related Translations	Other Translations
buitendeur	front door; street door
huisdeur	front door; street door
straatdeur	front door; street door
voordeur	front door; front entrance; street-door
vooringang	front door; front entrance; street-door
-	front entrance

Synonyms for "front door":

front entrance; exterior door; outside door

Related Definitions for "front door":

exterior door (at the entrance) at the front of a building¹

Wiktionary Translations for front door:

front door

noun

de hoofddeur aan de voorzijde van een woning
- voordeur → front door

Related Translations for front door

door
front

Dutch

Detailed Translations for front door from Dutch to English

front door: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

Related Translations for front door

door
front

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University