Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Search: stab

English and Dutch Search Results for: stab

Summary

English to Dutch: more detail...

stab:
- doodsteken; neersteken; overhoopsteken; overhoop steken; doorsteken; erdoor steken
- steek; messteek
Wiktionary:
- stab → steek, steekwond, poging, kritiek, aanval
- stab → steken, doorsteken, overhoopsteken
- stab → stikken, pikken, priemen, prikken, steken, doodsteken

English

Detailed Translations for stab from English to Dutch

stab:

stab verb

stab
doodsteken; neersteken; overhoopsteken
- doodsteken verb (steek dood, steekt dood, stak dood, staken dood, doodgestoken)
- neersteken verb (steek neer, steekt neer, stak neer, staken neer, neergestoken)
- overhoopsteken verb
stab
overhoop steken
- overhoop steken verb
stab (pierce through; run through; stab through)
doorsteken; erdoor steken
- doorsteken verb (steek door, steekt door, stak door, staken door, doorgestoken)
- erdoor steken verb

stab [the ~] nomen

the stab (knife stab; sting)
de steek; de messteek
- steek [de ~ (m)] nomen
- messteek [de ~ (m)] nomen

Translation Matrix for stab:

Noun	Related Translations	Other Translations
messteek	knife stab; stab; sting
steek	knife stab; stab; sting	stitch; twinge
-	knife thrust; pang; shot; thrust; twinge
Verb	Related Translations	Other Translations
doodsteken	stab
doorsteken	pierce through; run through; stab; stab through
erdoor steken	pierce through; run through; stab; stab through
neersteken	stab
overhoop steken	stab
overhoopsteken	stab
-	dig; jab; knife; poke; prod

Related Words for "stab":

stabs, stably

Synonyms for "stab":

pang; twinge; feeling
thrust; knife thrust; blow
shot; attempt; effort; endeavor; endeavour; try
knife; injure; wound
jab; thrust
prod; poke; dig

Related Definitions for "stab":

informal words for any attempt or effort¹
- he took a stab at forecasting¹
a strong blow with a knife or other sharp pointed instrument¹
- one strong stab to the heart killed him¹
a sudden sharp feeling¹
- she felt a stab of excitement¹
poke or thrust abruptly¹
stab or pierce¹
use a knife on¹

Wiktionary Translations for stab:

stab

noun

act of stabbing
- stab → steek
wound made by stabbing
- stab → steekwond
attempt
- stab → poging
criticism
- stab → kritiek; aanval

verb

To pierce or wound with pointed object
- stab → steken
To recklessly hit with the tip of a pointed object
- stab → steken
To cause a sharp painful sensation
- stab → steken

stab

verb

geheel doorboren met een scherp hulpmiddel
- doorsteken → stab; run through; pierce
op onbezonnen wijze iemand neersteken
- overhoopsteken → stab
doorboren, prikken
- steken → stab; stick; sting

Cross Translation:

From	To	Via
• stab	→ stikken; pikken; priemen; prikken; steken	↔ piquer — Traductions à trier suivant le sens
• stab	→ steken; doodsteken	↔ poignarder — frapper, blesser, tuer avec un poignard.

External Machine Translations:

Related Translations for stab

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University