Summary
English to Dutch: more detail...
-
get on one’s nerves:
-
Wiktionary:
get on one’s nerves → ergeren
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for get on one’s nerves from English to Dutch
get on one’s nerves: (*Using Word and Sentence Splitter)
- get: halen; pakken; opdoen; oplopen; onverlangd krijgen; binnenhalen; binnenbrengen; begrijpen; inzien; snappen; met het verstand vatten; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; inrukken; oplazeren
- on: aan; bij; erbij; erop; ten behoeve van; ten; ten tonele
- one's: zijn
- nerve: zenuw; moed; lef; durf; gewaagdheid; ader; nerf; grote mond hebben; brutaal zijn
Wiktionary Translations for get on one’s nerves:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• get on one’s nerves | → ergeren | ↔ gonfler — Énerver, exaspérer, gaver. |