Summary
English to Dutch: more detail...
-
shamrock:
-
Wiktionary:
shamrock → klaverblad
shamrock → klaver -
Synonyms for "shamrock":
white clover; dutch clover; Trifolium repens; clover; trefoil
common wood sorrel; cuckoo bread; Oxalis acetosella; oxalis; sorrel; wood sorrel
hop clover; lesser yellow trefoil; Trifolium dubium
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for shamrock from English to Dutch
shamrock: (*Using Word and Sentence Splitter)
- sham: excuus; smoes; uitvlucht; voorwendsel; stellen; verklaren; beweren; pretenderen; voorgeven; vals; onwaar; onecht; nagemaakt; bedriegelijk; gefingeerd; glitter; klatergoud; façade; schijnvertoning; draaier; veinzer; gelogen; huichelen; uiterlijke schijn; voorwending
- rock: rots; rotsblok; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen; heen en weer zwaaien; rock; steen; gesteente; kei; rolsteen; stoten; hobbelen; schuddend op en neer gaan; zwaaien; zwenken; klip; rif; scheer; rotswand; uitstekende rots
- Rock: Rock
shamrock:
Translation Matrix for shamrock:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | Oxalis acetosella; Trifolium dubium; Trifolium repens; common wood sorrel; cuckoo bread; dutch clover; hop clover; lesser yellow trefoil; white clover |
Synonyms for "shamrock":
Related Definitions for "shamrock":
Wiktionary Translations for shamrock:
shamrock
Cross Translation:
noun
-
trefoil leaf of any clover
- shamrock → klaverblad
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• shamrock | → klaver | ↔ trèfle — Plante |