Interglot - put away: English and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Remove Ads

Summary

English to Dutch: more detail...

put away:
- opruimen; bergen; opbergen; wegbergen; reserveren; reis boeken; vastleggen; bespreken; voorbehouden; stallen; behouden; opzijleggen; achterhouden; terughouden; wegstoppen; wegsteken; bewaren; opzij leggen; wegzetten; van zich afzetten; wegsluiten; verschalken; nuttigen
Wiktionary:
- put away → wegzetten, wegbergen
- put away → bergen, bewaren, opbergen, wegleggen, wegzetten, blootstellen, etaleren, uitbrengen, uitstallen, afdoen, afleggen, afzetten, uitdoen, uitkrijgen, uittrekken, inschuiven, instoppen, indoen, inleggen, inzetten, binnenleiden, inleiden, invoeren, steken, insteken, adverteren, annonceren, aankondigen, aandienen, aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen, leggen, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen, nauwer aanhalen, opwinden, spannen, strekken, uitrekken, dringen, drukken, knellen, persen, pressen, aandrukken, bijschuiven, insluiten, opsluiten, wegbergen, wegsluiten, aaneensluiten, binden, verdichten

English

Detailed Translations for put away from English to Dutch

put away:

to put away verb (puts away, put away, putting away)

to put away (clean; tidy up; clear away)
opruimen; bergen
- opruimen verb (ruim op, ruimt op, ruimde op, ruimden op, opgeruimd)
- bergen verb (berg, bergt, bergde, bergden, gebergd)
to put away (stow away)
opbergen; wegbergen
- opbergen verb (berg op, bergt op, borg op, borgen op, opgeborgen)
- wegbergen verb (berg weg, bergt weg, borg weg, borgen weg, weggeborgen)
to put away (make reservations; reserve; allocate; set aside; put aside)
reserveren; reis boeken; vastleggen; bespreken
- reserveren verb (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
- reis boeken verb
- vastleggen verb (leg vast, legt vast, legde vast, legden vast, vastgelegd)
- bespreken verb (bespreek, bespreekt, besprak, bespraken, besproken)
to put away (reserve; allocate; set aside; put aside)
voorbehouden; reserveren
- voorbehouden verb (behoud voor, behoudt voor, behield voor, behielden voor, voorbehouden)
- reserveren verb (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
to put away (store)
stallen
- stallen verb (stal, stalt, stalde, stalden, gestald)
to put away (reserve; put aside; set aside)
reserveren; behouden; opzijleggen; achterhouden; terughouden
- reserveren verb (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
- behouden verb (behoud, behoudt, behield, behielden, behouden)
- opzijleggen verb (leg opzij, legt opzij, legde opzij, legden opzij, opzij gelegd)
- achterhouden verb (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)
- terughouden verb (houd terug, houdt terug, hield terug, hielden terug, teruggehouden)
to put away (stash away; hide away; tuck away; stuff away; lock up)
wegstoppen; wegsteken
- wegstoppen verb (stop weg, stopt weg, stopte weg, stopten weg, weggestopt)
- wegsteken verb (steek weg, steekt weg, stak weg, staken weg, weggestoken)
to put away (store; lay aside; save)
bewaren; opzij leggen; wegzetten
- bewaren verb (bewaar, bewaart, bewaarde, bewaarden, bewaard)
- opzij leggen verb (leg opzij, legt opzij, legde opzij, legden opzij, opzij gelegd)
- wegzetten verb (zet weg, zette weg, zetten weg, weggezet)
to put away (dismiss)
van zich afzetten
- van zich afzetten verb (zet mij van zich af, zet je van zich af, zette mij van zich af, zetten ons van zich af, zich van zich afgezet)
to put away (lock up; store)
wegbergen; wegsluiten; opbergen
- wegbergen verb (berg weg, bergt weg, borg weg, borgen weg, weggeborgen)
- wegsluiten verb (sluit weg, sloot weg, sloten weg, weggesloten)
- opbergen verb (berg op, bergt op, borg op, borgen op, opgeborgen)
to put away (polish off)
verschalken; nuttigen
- verschalken verb (verschalk, verschalkt, verschalkte, verschalkten, verschalkt)
- nuttigen verb (nuttig, nuttigt, nuttigde, nuttigden, genuttigd)

Conjugations for put away:

present

put away
put away
puts away
put away
put away
put away

simple past

put away
put away
put away
put away
put away
put away

present perfect

have put away
have put away
has put away
have put away
have put away
have put away

past continuous

was putting away
were putting away
was putting away
were putting away
were putting away
were putting away

future

shall put away
will put away
will put away
shall put away
will put away
will put away

continuous present

am putting away
are putting away
is putting away
are putting away
are putting away
are putting away

subjunctive

be put away
be put away
be put away
be put away
be put away
be put away

diverse

put away!
let's put away!
put away
putting away

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for put away:

Noun	Related Translations	Other Translations
bergen		saving; storing
bespreken		discussing; talking about
bewaren		saving; storing
opzij leggen		lay by
stallen		stables
Verb	Related Translations	Other Translations
achterhouden	put aside; put away; reserve; set aside	blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; nick; pinch; restrain; snitch; steal; suppress; veil
behouden	put aside; put away; reserve; set aside	conserve; guard; keep; keep up; maintain; preserve; protect; provide for; retain; shield; support
bergen	clean; clear away; put away; tidy up	put in safety; salvage
bespreken	allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside	comment; discuss; review; speak about; talk about; talk it over
bewaren	lay aside; put away; save; store	archivate; conserve; document; file; guard from; keep; lay up; organise; organize; preserve; put up; save; secure; shield; stock; store
nuttigen	polish off; put away	consume; dine; dispatch; eat; grab a bite; have a meal; have dinner; have something to eat; munch; nibble; nybble
opbergen	lock up; put away; store; stow away	archivate; document; file; organise; organize; store
opruimen	clean; clear away; put away; tidy up	clean out; clean up; clear; clear out; clear the table; empty; empty the table; finish; tidy out; tidy up
opzij leggen	lay aside; put away; save; store	hoard; pot; store
opzijleggen	put aside; put away; reserve; set aside
reis boeken	allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside
reserveren	allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside
stallen	put away; store
terughouden	put aside; put away; reserve; set aside	crush; fend off; keep back; keep in control; keep off; lay off; parry; pulverise; pulverize; recant; retract; revoke; rub fine; subdue; suppress; take back; withhold
van zich afzetten	dismiss; put away
vastleggen	allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside	anchor; book; chain; enter into; fasten; fasten to a rope; fetter; fix; fix deposit; inscribe; legally bind; list; moor; note; note down; put on fixed deposit; record; register; secure; sign up; tie; tie up; write down
verschalken	polish off; put away
voorbehouden	allocate; put aside; put away; reserve; set aside
wegbergen	lock up; put away; store; stow away
wegsluiten	lock up; put away; store
wegsteken	hide away; lock up; put away; stash away; stuff away; tuck away
wegstoppen	hide away; lock up; put away; stash away; stuff away; tuck away	blur; conceal; disguise; hide; hush up
wegzetten	lay aside; put away; save; store
-	lock; lock away; lock in; lock up; put aside; put to sleep; shut away; shut up; tuck away; tuck in
Not Specified	Related Translations	Other Translations
opruimen		Sweep

Synonyms for "put away":

lock in; lock away; lock; shut up; shut away; lock up; confine
discard; fling; toss; toss out; toss away; chuck out; cast aside; dispose; throw out; cast out; throw away; cast away; get rid of; remove
imprison; incarcerate; lag; immure; put behind bars; jail; jug; gaol; remand; detain
put aside
put to sleep; kill
tuck in; tuck away; eat up; finish; polish off
interrupt; disrupt; break up; cut off

Related Definitions for "put away":

turn away from and put aside, perhaps temporarily¹
- it's time for you to put away childish things¹
eat up; usually refers to a considerable quantity of food¹
kill gently, as with an injection¹
place in a place where something cannot be removed or someone cannot escape¹
stop using¹
- the children were told to put away their toys¹
- the students put away their notebooks¹

Wiktionary Translations for put away:

put away

verb

-
- put away → wegzetten

put away

verb

(overgankelijk) opbergen, verstoppen, verbergen
- wegbergen → lock up; put away; shut up; stow away
ter zijde zetten
- wegzetten → put away

Cross Translation:

From	To	Via
• put away	→ bergen; bewaren; opbergen; wegleggen; wegzetten; blootstellen; etaleren; uitbrengen; uitstallen; afdoen; afleggen; afzetten; uitdoen; uitkrijgen; uittrekken	↔ enlever — Déplacer vers le haut.
• put away	→ inschuiven; instoppen; indoen; inleggen; inzetten; binnenleiden; inleiden; invoeren; steken; insteken; adverteren; annonceren; aankondigen; aandienen	↔ introduire — Faire entrer une chose dans une autre.
• put away	→ aandoen; aantrekken; opleggen; opbrengen; aanbrengen; leggen; steken; plaatsen; stellen; stoppen; zetten; doen; indoen; inleggen; inzetten	↔ mettre — placer une personne, ou un animal, ou une chose dans un lieu déterminé.
• put away	→ nauwer aanhalen; opwinden; spannen; strekken; uitrekken; dringen; drukken; knellen; persen; pressen; aandrukken; bijschuiven; insluiten; opsluiten; wegbergen; wegsluiten; bergen; opbergen; aaneensluiten; binden; verdichten	↔ serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).

External Machine Translations:

Related Translations for put away

Remove Ads

English and Dutch Search Results for: put away

Detailed Translations for put away from English to Dutch

put away:

to put away verb (puts away, put away, putting away)

to put away (clean; tidy up; clear away)

to put away (stow away)

to put away (make reservations; reserve; allocate; set aside; put aside)

to put away (reserve; allocate; set aside; put aside)

to put away (store)

to put away (reserve; put aside; set aside)

to put away (stash away; hide away; tuck away; stuff away; lock up)

to put away (store; lay aside; save)

to put away (dismiss)

to put away (lock up; store)

to put away (polish off)

Conjugations for put away:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Translation Matrix for put away:

Synonyms for "put away":

Related Definitions for "put away":

Wiktionary Translations for put away:

Related Translations for put away