Summary
English to Dutch: more detail...
- stability:
-
Wiktionary:
- stability → stabiliteit
- stability → stabiliteit
English
Detailed Translations for stability from English to Dutch
stability:
-
the stability (firmness; stableness)
de stabiliteit -
the stability (solidity; firmness; coarseness; stableness)
-
the stability (soundness; reliability; thoroughness; solidity; durability; solidness; steadiness; firmness; solubility)
-
the stability (incontrovertibility; stableness; indisputableness)
Translation Matrix for stability:
Related Words for "stability":
Synonyms for "stability":
Antonyms for "stability":
Related Definitions for "stability":
Wiktionary Translations for stability:
stability
Cross Translation:
noun
stability
-
-
- stability → stabiliteit
noun
-
een situatie waarin zonder verstoring geen verandering zal plaatsvinden. Dit kan zowel een maatschappelijke, psychologische alsook een natuur- of scheikundige betekenis hebben (dit is de definitie van statisch)
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stability | → stabiliteit | ↔ stabilité — Caractère de ce qui est stable |