English
Detailed Translations for given name from English to Dutch
given name: (*Using Word and Sentence Splitter)
- give: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; reiken; aanbieden; verstrekken; verlenen; declareren; toewijzen; toekennen; gunnen; toebedelen; iets toekennen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; bestellen; brengen; bezorgen; afleveren; rondbrengen; thuisbezorgen
- name: naam; roep; faam; noemen; vernoemen; een naam geven; term; bekendheid; reputatie; merk; merknaam; benoemen; bestempelen; betitelen; dopen; aanduiding; benaming; benoeming; opsommen; opnoemen; predikaat; grammaticaal predikaat
given name:
Translation Matrix for given name:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | first name; forename | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | Christian name; first name |
Synonyms for "given name":
Related Definitions for "given name":
Wiktionary Translations for given name:
given name
given name
Cross Translation:
noun
-
naam die bij de geboorte aan een persoon wordt gegeven, en die aan de familienaam voorafgaat.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• given name | → voornaam | ↔ Vorname — ein von den Eltern individuell ausgesuchter Name |
• given name | → voornaam; doopnaam | ↔ prénom — Nom particulier officiel |
User Translations:
Word | Translation | Votes |
---|---|---|
given name | voornaam | 6 |
External Machine Translations:
Related Translations for given name
Dutch