English
Detailed Translations for surprise gift from English to Dutch
surprise gift: (*Using Word and Sentence Splitter)
- surprise: verrassing; verbazen; verwonderen; verbijsteren; bevreemden; surprise; verrassen; iets onverwachts doen; overvallen; overrompelen; verwondering; bevreemding; overrompeling
- gift: cadeau; kado; geschenk; present; presentje; aardigheid; capaciteit; aanleg; talent; bekwaamheid; gave; knobbel; kundigheid; vernuft; begaafdheid; scherpzinnigheid; bedelen; beschenken; begiftigen; schenking; verjaardagscadeau
Wiktionary Translations for surprise gift:
surprise gift
noun
-
een op een speciale manier ingepakt cadeau
Related Translations for surprise gift
Dutch